Sonnet 1: Van de mooiste wezens verlangen wij naar toename
Van de mooiste wezens verlangen wij toename, Opdat de roos van de schoonheid nooit zou sterven, Maar naarmate de rijpere met de tijd afneemt, Zijn tedere erfgenaam moet zijn nagedachtenis koesteren: Maar jij, beperkt tot je eigen heldere ogen, Voed je lichtste vlam met zelfbepalende brandstof, Hongersnood veroorzaken waar overvloed is, Jijzelf bent je vijand, […]
Sonnet 1: Van de mooiste wezens verlangen wij naar toename Lees verder »